Inleiding Benjamin Gijzel
Fototentoonstelling Ella Pronk POLEN 1979
Dom Polski/Pools Huis Amsterdam 29 januari 2011

It’s better to know some of the questions then all of the answers
James Thurber

Dit zijn foto’s van een reis die wij, drie vrienden samen met Ella Pronk maakten in juni 1979. In haar oude Volvo reden we dwars door Polen en onze reis werd bepaald door de route die de paus Johannes Paulus II volgde op zijn eerste pelgrimage naar zijn geboortegrond. De paus hete vroeger Karol Wojtyla en was de kardinaal van Krakow. Zijn bezoek zagen velen toen al als een gebeurtenis van historisch belang en wij wilden daar bij zijn. Voor al die mensen die we zien op haar foto’s was het een mijlpaal in hun leven. In spirituele zin staan zij ook niet ver weg van andere mensen, die we kennen van andere foto’s, die andere fotografen in latere jaren maakten op andere plekken in Europa, waar het IJzeren Gordijn ging scheuren.

Veel vragen dringen zich op bij een nauwkeurig betrachten van de Poolse project van Ella Pronk. En dan bedoel ik niet vragen naar wie die mensen zijn en wat ze daar doen. Ik doel op andere vragen, waarop een antwoord geven nog moeilijker is, vragen die we ons zelf kunnen stellen en over het leven dat wij leiden, ruim dertig jaar nadat deze foto’s werden geschoten.
Identiteit is bij uitstek een thema van de jaren zestig en het is in de jaren daarna zo mogelijk steeds belangrijker geworden. Toen wij jong waren en vrienden werden, toen waren wij toch allemaal vooral op zoek naar onszelf? Vluchten uit je vertrouwde wereld om je zelf te vinden. Ik zie op Ella’s foto’s terug wat mij in Polen toen zo fascineerde. In 1979 had ik al zes jaar gewoond in Polen gewoond, gestudeerd en ook gereisd door bijna alle Poolse provincies. Ik had overal gesprekken gevoerd over het leven in en de geschiedenis van Polen. In 1973 was ik naar Polen gegaan omdat ik in Nederland hoorde, dat er in de landen achter het IJzeren Gordijn alleen arme en ongelukkig mensen woonden.. Ik wilde zelf wel eens ervaren hoe dat was, “onderdrukt en ongelukkig”. Als mij nu wordt gevraagd, wat Polen met mij gedaan heeft, dan is mijn antwoord vaak: ik ben er zelf een heel klein beetje Pool geworden. Ik heb er geleerd dat het in het leven niet gaat om wat je hebt maar wat je er mee doet. Mijn Poolse ervaringen hebben mij gevormd en verrijkt.
Ondanks alles waren de jaren zeventig in Polen de vette jaren. Nergens in het Oostblok was er zo veel artistieke vrijheid. Veel Polen kregen in die tijd een kans om in het Westen rond te kijken. Partijsecretaris Gierek had economisch een brug geslagen naar de rest van de wereld en de eerste kapitalistisch westerse welvaart binnengehaald. Toch naderde de crisis een jaar na het bezoek van de paus die kwam in augustus 1980, na de stakingen in Gdansk, de victorie van Walesa met Solidarnosc. Nog een jaar later, in december 1981 kondigde Jaruzelski de noodtoestand af en begonnen de magere jaren tachtig.

Wat wij toen in 1979 zagen, dat was gemeenschap. Je was voor of tegen. Als je tegen het systeem was, dan was je voor de kerk. Zo duidelijk lag het. En wie lef had, toonde dat op soms fascinerende wijze. De mensen hadden elkaar nodig om te kunnen overleven. Ik zag daar, dat wie weinig had, dat dan maar beter kon delen. Dan had je samen tenminste nog plezier. En later heb ik ontdekt, dat je echt wel heel veel moet hebben om met eenzelfde gemak dat, wat je hebt, te kunnen delen met een ander. Om die reden heb ik mij ook niet meer thuis gevoeld in het Polen van de jaren negentig en later. Meer van wat ik al kende.

Gemeenschap en identiteit zijn de thema’s die ik verbind met Ella’s foto’s. Dat is geen pure nostalgie van mijn kant. Wat zien we daar wat wij hier en nu misschien niet eens meer hebben?
Ik nodig u uit om met mij mee te kijken naar die foto’s uit 1979.
Mij valt onmiddellijk die luidspreker op. Dat komt omdat die mij herinnert een andere luidspreker, in de hand van een pastoor, die een stoet van pelgrims langs de kruisweg leidt rond het klooster van Czestochowa. Ja, zo kon iedereen hem natuurlijk heel goed horen als hij voor ging in gebed. Maar het klonk allemaal zo raar mechanisch. Wij vonden het zelfs schokkend om te zien en zagen daarin een stuk mechanisering van het geloof en de manipulatie van een hebberig instituut.
De pastoor op de foto van Ella heeft ook nog zo’n markante muts op, ten teken dat hij er is om de orde te bewaken. Maar ik herinner mij geen chaos. Je zag net als op de foto’s oprechte devotie op de gezichten van die mensen. En wij zagen en wisten hoeveel moeite zij zich hadden moeten getroosten om daar te komen en erbij te zijn op die bijzondere dag.
We zien ook weer hoe merkwaardig de decoraties waren op die afbrokkelende muren van die prachtige monumentenpanden onder het Wawelpaleis in Krakow. Die hingen daar omdat in de kathedraal ertegenover voor het eerst in de geschiedenis van Polen een paus de mis celebreerde.
Eerlijk gezegd vind ik het onbetamelijk om daarin niet liefde te willen zien en de blijde vastberadenheid van mensen om er hoe dan ook nog wat van te maken ondanks het een gebrek aan middelen.

Drie foto’s foto haal ik er nog uit, gemaakt toen wij in Warschau waren. De ene is die met die agenten op motoren, die op brommers lijken. Ze escorteren een open auto met daarin de paus, die toen nog niet hoefde te reizen in een gepantserde pausmobiel. Als je naar die andere foto kijkt, dan zou je toch waarachtig denken, dat ze die bloemen ook nog eens keurig schikten op het plaveisel, als de auto eenmaal voorbij gereden was.
Maar mij gaat het vooral om de vragen die je bij Ella’s foto’s kunt stellen. En bij die foto’s vraag ik mij af hoe het zo gekomen is, dat wij met z’n allen zo veranderd zijn. Een zegetocht organiseren vergt tegenwoordig een complexe benadering, gebaseerd op crowd-control en risico-management. En als je dat goed doet, valt er veel geld aan te verdienen. Maar het resulteert gegarandeerd ook altijd in gehos en gehijs en een ongelooflijke berg rotzooi. En dan vraag ik me af: hebben wij aan al die troep, die we met z’n allen achterlaten, meer plezier beleefd dan die mensen op de allerlaatste foto, waar ik met u bij stil wil staan? Je ziet dat het heet was die dag. Er staan 2 vrouwen met een wasketel water met heel veel schijfjes citroen erin en een schare dorstige mensen daaromheen. Ik weet het niet.

Wat mij betreft is deze keuze een schot in de roos. En van mij mag het ook nog eens een klein wonder heten, dat ze hier bijeen zijn, in dit boek en op deze tentoonstelling in het Poolse Huis in Amsterdam.

Benjamin Gijzel


Benjamin Gijzel is vertaler van de Poolse literatuur o.a. van Slawomir Mrozek, Hanna Kral en Janusz Korczak. Tussen 1973 en 1980 Benjamin studeerde in Polen stedenbouw aan de Technisch Universiteit en later regie aan de Toneel Academie te Warschau.